Verhalen in oude Nederlandse liedjes

In Den Haag daar woont een graaf

Standbeeld naar het liedje 'In Den Haag daar woont een graaf', in 1976 gemaakt door Ivo Coljé, opgesteld naast de Hofvijver in Den Haag.

In Den Haag daar woont een graaf is een bekend kinderliedje.

De melodie van het lied is dezelfde als die van 'Tussen Keulen en Parijs'.

Oudste vindplaatsen van het liedje

De oudste bron met dit liedje in de Nederlandse Liederenbank van het Meertens Instituut is de handschriftencollectie van het Bureau van het Nederlandse Volkseigen, die is verzameld rond 1850. Als toelichting wordt gegeven dat het gaat om een kringversje. De collectie Boekenoogen, verzameld in de periode 1891-1930, geeft maar liefst 21 treffers van dit liedje. Het oudste liedboekje waarin het liedje is afgedrukt, is Nederlandsche Baker- en Kinderrijmen, verzameld door J. van Vloten (1871; 4e druk 1894). De melodie komt grotendeels (met name begin en eind) overeen met de 'Harlinger Manna'. Deze is terug te vinden in de Zangwijzen van Oud-Nederlandse Volksliederen, in het handschrift Maatschappij tot bevordering der Toonkunst van ca. 1730.

Tekst en muzieknotatie

In de Haag daar woont een graaf, de melodie op tremolo harmonica

 

In Den Haag daar woont een graaf

En zijn zoon heet Jantje

Als je vraagt waar woont je pa

Dan wijst hij met zijn handje

Met zijn vingertje en zijn duim

Op zijn hoed draagt hij een pluim

Aan zijn arm een mandje

Dag mijn lieve Jantje

Varianten

Het liedboek Nederlandsche Baker- en Kinderrijmen, J. van Vloten (1871), bevat een variant van het liedje. Zowel de slotregels verschillen als de melodie.

In Den Haag, daar woont een graaf,

en zijn zoon hiet Jantje,

als je vraagt: waar woont je pa?

Dan wijst hij met zijn handje,

Eerst met zijn vinger en dan met zijn duim;

Hij heeft een jagersmutsje op

Met een huzarenpluim.

In de vierde gewijzigde druk van het boek van Van Vloten (met melodieën) uit 1894, staat een versie die alleen nog maar op kleine punten afwijkt van de huidige gangbare versie.

Historische achtergrond

Jantje uit het liedje zou mogelijk kunnen verwijzen naar Jan (1284-1299), zoon van graaf Floris V van Holland. Hij is de enige Jan uit het huis van Holland die, als oudste zoon, graaf werd. Hij stierf op 15-jarige leeftijd. Het is echter allerminst zeker of hij wordt bedoeld met de Jantje uit het lied. Wellicht verwijst het liedje naar een jongere zoon of helemaal niet naar een historische figuur. Jan was ook een gangbare Hollandse naam.

 

Standbeeld

In 1976 maakte de Haagse kunstenaar Ivo Coljé een standbeeld naar het kinderliedje 'In Den Haag daar woont een graaf'. Het werd een bronzen jongetje met een hoed met een pluim en aan zijn arm een mandje met paddenstoelen. Het werd in 1978 geplaatst op de Lange Vijverberg in Den Haag. Het jongetje wijst met zijn vinger naar het Binnenhof, eertijds de zetel van graven van Holland. Op de sokkel staat "In Den Haag daar woont een graaf en zijn zoon heet Jantje".

Tussen Keulen en Parijs, ligt de weg naar Rome:
Tussen Keulen en Parijs
Ligt de weg naar Rome
Al wie met ons mee wil gaan
Die moet onze manieren verstaan

Zo zijn onze manieren
Zo zijn onze manieren
Zo zijn onze manieren, manieren
Zo zijn onze manieren!

In de maneschijn

In de maneschijn is een bekend Nederlands kinderliedje.

Het kinderliedje kan worden ondersteund door bewegingen met de handen. Kinderen worden zo in hun motorische ontwikkeling gestimuleerd en leren de gebaren die bij de woorden horen.

Herkomst

Het kinderliedje 'In de maneschijn' is een traditioneel kinderliedje waarvan geen auteur of componist meer bekend is. Volgens de Nederlandse Liederenbank van het Meertens Instituut gaat het liedje terug op een 18e-eeuws volksliedje met de beginregel ' 's Avonds in een klaer maneschyn / Steekt myn de meyd in 't vensterkyn'.Latere varianten van dit lied hebben als refrein onder meer 'Hier is de vogel en daar is de visch' of 'Hier is de vogel en daar is de visch, / Die bedriegelijk is, in de mane, in de mane'. Florimond van Duyse geeft in zijn liedboek Het oude Nederlandsche lied (1905) vier varianten van het lied 'Savonds in een klaer maene schijn' met onder meer het refrein 'dat is de vogel die bedriegelijk is / en dat is de vis die bedriegelijk is'.Vanaf 1885 is dit liedje vaak een stapellied. De melodie van het huidige kinderliedje komt weinig overeen met die van de 18e- en 19e-eeuwse voorlopers.

Liedtekst

Volksliedjes kennen, door hun mondelijke overlevering, vaak vele (regionale) varianten in zowel tekst als melodie. De huidige tekst van het liedje gaat gewoonlijk als volgt (zie varianten onder deze liedtekst).

In de maneschijn

In de maneschijn

Klom ik op een trapje naar het raamkozijn

En je raadt het niet

En je raadt het niet

Zo doet een vogel

En zo doet een vis

Zo doet een duizendpoot die schoenenpoetser is

En dat is één

En dat is twee

En dat is dikke, dikke, dikke tante Kee

En dat is recht

En dat is krom

En dan draaien we het wieltje nog eens om

Rom bom

Varianten

Zoals gebruikelijk bij traditionele liedjes bestaan er ook van dit liedje (regionale) varianten in tekst en melodie. Bijvoorbeeld:

r. 4: En je waagt het niet

r. 6: Zo vliegt een vogel

En zo zwemt een vis

Bewegingen

Tekst

Beweging

In de maneschijn

Cirkel in de lucht met de handen op het woord 'maneschijn'

Klom ik op een trapje naar het ...

Omhoog klimmen met de vingers of handen

... raamkozijn

Vierkant maken in de lucht met twee wijsvingers

En je waagt/raadt het niet

Heen en weer zwaaien met de wijsvinger

Zo doet/vliegt een vogel

Vliegen met de handen of armen

En zo doet/zwemt een vis

Slingerende (vis)beweging met de handen tegen elkaar

Zo doet een duizendpoot die schoenenpoetser is

Boenen met de ene hand over de andere

En dat is één

Eén vinger omhoog

En dat is twee

Twee vingers omhoog

En dat is dikke, dikke, dikke tante Kee

Dikke buik suggereren door de armen rond voor buik te houden

En dat is recht

Armen recht vooruit

En dat is krom

Gekromde armen

En dan draaien we het wieltje nog eens om

Om elkaar heen draaiende handen

Rom bom

Vuisten op elkaar slaan, of: 1 klap in handen, 1 klap op knieën

 

Ik zag twee beren

Ik zag twee beren, het bekende kinderliedje op tremolo harmonica.

Ik zag twee beren is een traditioneel kinderliedje. Het behoort tot het genre van het leugenlied. Het gaat om dieren die in het liedje iets doen, wat in werkelijkheid onmogelijk is, zoals beren die broodjes smeren.

Oudste vindplaatsen van het liedje

De oudste bronnen met dit lied in de Nederlandse Liederenbank van het Meertens Instituut zijn van rond 1850. De handschriftencollectie van het Bureau van het Nederlandse Volkseigen (verzameld rond 1850), heeft als incipit: ' 'k Zag twee vlooien / Mussen plooien' (6 coupletten). De collectie Boekenoogen (verzameld in de periode 1891-1930) bevat drie varianten van het lied: ' 'k Zag twee katten / Stoelen matten', 'Ik zag twee apen tarwe rapen / Zeg is dat geen wonder' en 'Ik zag twee apen wortelen schrapen / Kijk wat was 't een wonder'.

Florimond van Duyse vermeldt in Het oude Nederlandsche lied (deel 2, 1905) als eerste liedboek de nu bekende beginregel: ' 'k Zag twee beren / Broodjes smeren'. Hij brengt de melodie (van de eerste regels) in verband met het Franse lied 'Marche Prussienne' (met de beginregel 'Fransche ratten, rold uw' matten').

Tekst

De hedendaagse versie van het liedje luidt:

'k Zag twee beren broodjes smeren

o het was een wonder!

't Was een wonder boven wonder

dat die beren smeren konden.

Hi hi hi, ha ha ha

'k stond erbij en ik keek ernaar.

Varianten

Het liedje kan worden uitgebreid met een groot aantal coupletten. Het gaat dan steeds om dieren die iets doen wat ze in werkelijkheid niet kunnen.

Voorbeelden uit de Nederlandse Liederenbank:

  • Ik zag twee apen wortelen schrapen
  • Ik zag twee apen tarwe rapen / nootjes rapen
  • Ik zag twee vlooien mutsjes plooien
  • 'k Zag twee katten stoelen matten

Meer varianten:

  • Ik zag twee bijen autorijden
  • Ik zag twee slangen de was ophangen
  • Ik zag twee koeien heggen snoeien / samen roeien

In populaire cultuur

  • Louis Neefs zong een versie van dit lied, dat onder de titel "'k Zag twee beren" in 1963 verscheen op het album "Liedjes voor kleine en grote mensen" en als single.
  • De Nederlandse cabaretier Wim Kan maakte een conference op de tekst van het liedje.
  • Ook zijn er muzikale variaties gemaakt op lied, zoals de Berenvariaties van Theo Smit Sibinga voor drie blokfluiten (alt, tenor en bas) uit 1951, dat is opgedragen aan het Amsterdams blokfluit ensemble.
  • In 2004 nam Stijn Vandeputte het lied op voor het Kapitein Winokio-project, op de plaat "Kapitein Winokio zag 1 Beer", waarvan de albumtitel ook naar het liedje verwijst.

http://www.flimpie.nl/index.php?categorie=voor%20de%20kleinsten&play=4832&                                                                               http://www.flimpie.nl/index.php?categorie=voor%20de%20kleinsten&play=4832&titel=Meezingen,%20Ik%20zag%20twee%20beren%20broodjes%20smeren

Alles in de wind

Alles in de wind, alles in de wind
‘t is maar een schipperskind
alles in de wind, alles in de wind
‘t is maar een schipperskind.

Kom hier, Rosa
je bent m’n zusje, je bent m’n zusje
kom hier, Rosa
je bent m’n zusje, ja ja!

O wat spijt, o wat spijt
nu ben ‘k mijn zusje kwijt
o wat spijt, o wat spijt
nu ben ‘k mijn zusje kwijt.

Kom hier, Rosa
je bent een ander, je bent een ander
kom hier, Rosa,
je bent een ander, ja ja!

Boven op de brug, boven op de brug
vond ik mijn zusje terug
boven op de brug, boven op de brug
vond ik mijn zusje terug.

Muziek: 

De kop van de kat was jarig

De kop van de kat is een kinder- of verjaardagsliedje, het is een nonsensversje. Het lied wordt gezongen op sommige basisscholen voor een jarige. Het lied wordt ook wel gezongen op kinderpartijtjes.

In het lied worden verschillende lichaamsdelen van de kat voorgesteld, gepersonifieerd als afzonderlijke personen. Zo begint het met de regel: "De kop van de kat is jarig en de pootjes vieren feest". De pootjes komen zelfs op verjaarsvisite. Ten slotte wordt de afwezigheid als gevolg van ziekte van de staart verklaard.

Externe link